Avsnitt
-
De provincie Flevoland bestond nog niet in de oorlog, maar de Noordoostpolder (NOP) wel. Die was nét drooggevallen en er waren veel landarbeiders nodig. Die kwamen er dankzij Bert Knipmeijer, personeelsfunctionaris bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders in Kampen, die hard op zoek ging naar jongemannen die in de polder wilden werken. Dat bleken niet allemaal boerenjongens met ervaring te zijn, maar ook veel mannen die de Arbeitseinsatz in Duitsland wilden ontlopen, en later ook mannen uit het Verzet.
De naam van Knipmeijer was tóen in heel Nederland bekend. En nog altijd wordt zijn naam in één adem genoemd met het Nederlands Onderduikers Paradijs, de bijnaam die de NOP kreeg. Maar wie was deze Knipmeijer, voor wie uiteindelijk ver na zijn dood twee gedenksteentjes zijn geplaats, in zowel Emmeloord als Kampen? Hoe ging hij te werk? En wat dreef hem?
In deze aflevering van Verstilde Verhalen vertellen biograaf Herman Broers en dochter Marian Knipmeijer het verhaal van een man die 25 duizend mensen legaal, maar ook illegaal, aan werk hielp. Ook is in de kantlijn het verhaal te horen van Harry van der Riet die, dankzij de baan die Knipmeijer hem bood, de oorlog overleefde.
Geinterviewden: biograaf Herman Broers, Marian van den Brink-Knipmeijer en Chris van der Riet. -
In Wagenborgen, in Groningen, staat een monument op het voormalige terrein van de inrichting Groot Bronswijk. Daar zaten gedurende 130 jaar psychiatrische patiënten, maar ook prostituees, armen en gehandicapten. Deze kliniek is de hele oorlog ongemoeid gebleven, de Duitsers lieten deze patiënten dus met rust. De reden hiervoor is geheimzinnig. Bijzonder is dat er wel vier Joodse mensen in 1943 naar Westerbork, en later Sobibor zijn afgevoerd vanuit Groot Bronswijk.
Twee mannen wilden de geschiedenis niet verborgen houden en doken de archieven in om te weten te komen wat er gebeurd is in de oorlog. Het gaat om Anne Koopmans uit Wagenborgen, en historicus René Schuurmans. Beiden verpleger geweest in de psychiatrie en te horen in deze aflevering van Verstilde Verhalen.
De vier Joden, Betje Stoppelman en haar zus Sientje, Heintje Levie en Heiman Aptroot werden van de een op andere dag opeens op de bus gezet in Wagenborgen en afgevoerd. Na onderzoek blijkt het aannemelijk dat ze zijn geslachtofferd om de rest van de mensen in de kliniek met rust te laten. Directeur van de stichting, dokter Schaafsma, speelt hierin een rol. Welke rol is nog steeds onduidelijk. Wel had hij contact met de Duitsers in Groningen eens in de zoveel tijd, en was hij hoofd van het verzet in Wagenborgen. De hele oorlog heeft hij zijn kliniek, en alle 800 patiënten en honderden medewerkers weten te behoeden van de Duitsers. Op vier Joodse patiënten na. -
Saknas det avsnitt?
-
Op veel stations in Nederland zijn kort na de Tweede Wereldoorlog kleine koperen plaquettes geplaatst voor omgekomen medewerkers van NS tijdens de oorlog. De oorzaak van hun overlijden is heel divers. Zo zijn er Joden die ontslagen werden en die omkwamen in vernietigingskampen, maar er kwamen ook NS-medewerkers om het leven door bombardementen (zowel Duitse als geallieerde aanvallen).
De geschiedenis van de NS in de Tweede Wereldoorlog is een pijnlijke: het bedrijf werkte mee aan de transporten van de Joden, Roma en Sinti. Daarom is NS vorig jaar begonnen met het uitbetalen van vergoedingen aan de slachtoffers van die transporten.
Hoe vonden de medewerkers van de spoorwegen het om indirect voor de Duitsers te moeten werken? Was er sprake van sabotage? Verzet? Of overheerste de angst?
In deze aflevering van Verstilde Verhalen kijken we naar de verhalen achter twee van de NS plaquettes in Brabant: die in de locomotievenwerkplaats van de NS in Tilburg (tegenwoordig de LocHal) en op het station in Roosendaal.
Geïnterviewden in deze podcast zijn: Jan Wouters (oud NS-medewerker die ervoor zorgde dat de plaquette van de werkplaats in Tilburg niet in een bureaula verdween), de 96-jarige Jack Vermeulen (oud NS medewerker in Tilburg) en spoorweghistoricus Marius Broos uit Roosendaal. -
De eerste uren van de oorlog staan centraal in de negende aflevering van Verstilde Verhalen. In de vroege ochtend van 10 mei 1940 trekt het Duitse leger Nederland binnen. Sergeant Pierre Clevis en soldaat Grad Derks uit Broekhuizenvorst in Limburg worden ingezet om bij de Maas de vijand tegen te houden. Met minimale bewapening houden zij zo goed mogelijk stand in de kazematten. Pierre Clevis doet dat zo goed, dat het Duitse leger uiteindelijk in de middag een kanon inzet om hem uit te schakelen.
De klap in Broekhuizervorst is groot als het overlijden van beide jongens wordt gemeld. Ondanks dat zij op verschillende plaatsen zijn omgekomen, worden zij naast elkaar begraven op de begraafplaats tegenover de ingang van de Rooms Katholieke kerk. Een jaar na hun overlijden, op 10 mei 1941, wordt er bij hun graf een monument geplaats. Het is betaald uit giften van de parochianen en door de Burgerwacht.
Dat monument wordt in 2000 verplaatst naar de zijkant van de kerk. Vanaf dat moment wil Jeu Derikx weten wat er met de lichamen van beide jongens is gebeurd. Uiteindelijk wordt er onderzoek gedaan en blijken de mannen nog in het oude graf te liggen. Zij worden in mei 2018 met militaire eer herbegraven op het Militaire Ereveld Grebbeberg. -
In deze aflevering van Verstilde Verhalen gaan we terug naar de eerste oorlogsjaren. Nederland is bezet, maar Nederlands Indië is nog vrij. Prins Bernhard wendt zich daarom tot het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger) om vliegers te vinden die willen meedoen aan een luchtoorlog, samen met de RAF (Royal Air Force). Er wordt een fonds opgericht om Spitfires aan te schaffen, en 3 KNIL-vliegers worden ‘uitverkoren’ om aan deze missie mee te doen: Jan Bruinier, Theo Buys en Bram Pennings.
Hun eerste grote missie is een aanval op Duitse stellingen op Walcheren in Zeeland. Die missie wordt één van de vliegers noodlottig. Dankzij de verslagen van overlevenden, en het uitgebreide archief van de stichting Wings to Victory, kunnen nabestaanden decennia later precies achterhalen wat er gebeurd is.
Er is geen monument voor de omgekomen piloot in Zeeland, maar hij staat vermeld op het monument voor luchtvarenden op de luchtmachtbasis Soesterberg in de provincie Utrecht. -
Dokter Roelfsema was tijdens de Tweede Wereldoorlog een van de eerste slachtoffers van de zogenoemde Silbertanne-moorden. Het waren vergeldingsmoorden die in 1943 begonnen, uitgevoerd door Nederlandse moordcommando's.
Roelfsema was chirurg in het Diaconessenhuis in Meppel en hielp daar iedereen die een dokter nodig had tijdens de oorlog. Als vooraanstaand lid van de samenleving in Drenthe was hij een geschikte kandidaat voor een wraakmoord.
Engbertus Roelfsema werd op de avond van 29 september 1943 thuis opgehaald, en op de weg van Eursinge naar Ruinen uit de auto gezet en doodgeschoten. Op die plek staat een monument ter nagedachtenis aan hem.
In deze aflevering van Verstilde Verhalen komt Roelfsema's enige zoon aan het woord. -
In de muur van het oude kerkhof in Warmond is een plaquette aangebracht ter herinnering aan de executie van burgemeester Ketelaar. In de nasleep van Dolle Dinsdag is hij in zijn woonplaats in Zuid-Holland door Duitse soldaten gearresteerd en op 6 september 1944 zonder vorm van proces doodgeschoten.
Onderzoeker André van Noort van het Erfgoed Leiden En Omstreken gaat in deze aflevering samen met Jaap Ketelaar, de zoon van de burgemeester, naar het monument in de oude muur. Ook zoekt hij in het dossier dat een jaar na afloop van de Tweede Wereldoorlog is opgemaakt naar aanwijzingen voor nog onbeantwoorde vragen. -
Bijna elke stad heeft wel een ‘verzetsheldenbuurt’. Zo ook Hilversum. In Hilversum Noord worden 25 mannen geëerd met een straatnaam voor hun rol in het verzet tegen de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor verzetsheld Kik ten Boom is er in de Ten Boomstraat ook een monument. Bovendien staat zijn naam op een plaquette in het Raadhuis.
Ten Boom was actief in de padvinderij én het landelijk verzet. Bij diezelfde padvinderij was ook juf Ada van Keulen van de Nassauschool en de Calvijnschool in Hilversum actief. Zij werkte óók voor het verzet. Tien jaar geleden overleed ze, zonder haar leerlingen ooit iets te vertellen over haar verzetswerk.
Het team van Verstilde Verhalen gaat op zoek naar wat zij heeft meegemaakt. Wat is haar link met Kik ten Boom, en waarom kreeg Ten Boom een monument, maar juf van Keulen niet? -
Het Twentol-drama in Deventer is tot op de dag van vandaag een groot raadsel. Vijf leden van de verzetsgroep waar Corry Bosch en Joost van Baalen onderdeel van waren zijn geëxecuteerd, een uur voor de bevrijding van Deventer op 10 april 1945. De groep zat in de smeeroliefabriek van Twentol en moesten een brug over de IJssel bewaken zodat de Canadezen de stad konden bevrijden. Een plek die niet logisch was volgens familieleden en historici. Ze werden ontdekt door Duitse soldaten en meegenomen; de vraag is nog altijd of ze zijn verraden. Corry werd samen met haar man Joost en drie andere verzetsvrienden doodgeschoten. Haar naam prijkt bovenaan het monument dat ter nagedachtenis aan deze verzetsgroep uit de Tweede Wereldoorlog is neergezet.
-
In Megchelen in de Achterhoek staat een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van Kamp Rees en de dorpelingen die anderen uit het werkkamp hebben helpen ontsnappen. Toen het de mensen in het dorp in Gelderland duidelijk werd hoe onmenselijk de situatie in het Duitse kamp was, ondernamen zij actie en wisten zij tussen december 1944 en maart 1945 zo'n 1.700 dwangarbeiders te helpen.
Deze aflevering gaat over Jan Venhorst, de eigenaar van de boerderij waar de eerste twee ontsnapte dwangarbeiders aanklopten. Toen hij hoorde in welke barre omstandigheden zij leefden, heeft hij samen met zijn broer een actie op touw gezet om de mensen daar te bevrijden. Venhorst heeft maar zelden over de Tweede Wereldoorlog gesproken. In Verstilde Verhalen schetsen onder andere zijn kinderen een beeld van die zwijgende held. -
In Egmond aan Zee staan twee kleine monumenten, waarmee zeevarenden worden herdacht. Het gaat om werknemers van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) en de Java-China-Japanlijn (JCJL), die omkwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De monumenten komen letterlijk van ver: uit Hong Kong en Indonesië. In deze aflevering van Verstilde Verhalen gaan we op zoek naar de namen die in het monument blijken te zitten, op een dodenrol die zelfs de voorzitter van de Vereniging van oud-KPM-ers nog nooit heeft gezien. Zo komen we bij het verhaal van werktuigbouwkundige Sierevogel, die in 1941 uitvoer op de s.s. Le Maire, maar die nooit op zijn bestemming aankwam.
-
In deze aflevering vertelt een oud-kampbewaker over zijn werk in het Petgat, een Joods strafkamp in 1942 in Friesland. Hij wilde geld verdienen in de Tweede Wereldoorlog, en via zijn vader kwam hij aan dit baantje. “Als de Joden probeerden te ontsnappen, moest ik de honden erop af sturen.” Nooit eerder kwam deze bewaker aan het woord. De podcast vertelt ook het verhaal van Sjaak Stibbe, een Joodse man die in het kamp zat en die een heel andere kant van het Petgat belicht. Voor hem, en alle andere 170 Joden, is een monument opgericht in het buitengebied van Blesdijke.
-
Vanaf 22 januari verhalen achter 12 oorlogsmonumenten in Verstilde Verhalen. Ondermeer in Blesdijke, Egmond aan Zee en Megchelen.