Avsnitt
-
22. Jullie hebben nu verdriet, maar ik zal jullie terugzien, en dan zul je blij zijn, en niemand zal je je vreugde afnemen. 23. Dan hoeven jullie mij niets meer te vragen. Maar ik verzeker jullie: wat je de Vader ook vraagt in mijn naam-hij zal het je geven. 24. Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd, maar vraag het en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volmaakt zijn.
-
4. Laat geslacht na geslacht van uw schepping verhalen, uw machtige daden verkondigen. 5. Laten zij spreken over de glorie van uw majesteit, ook ik wil uw wonderen bekendmaken.
-
Saknas det avsnitt?
-
7. En hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op, en onmiddellijk werden zijn voeten en enkels vast.
-
10. Ezra zei tegen hen: 'Maak een feestmaal klaar met lekker eten en drinken, en deel ervan uit aan wie niets heeft, want deze dag is gewijd aan onze Heer. Wees niet bedroefd, want de vreugde die de HEER u geeft, is uw kracht.'
-
18. Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.
-
34. Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.
-
33. Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. 34. Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God.
-
34. Maar toen de zeven jaren verstreken waren, sloeg ik, Nebukadnessar, mijn ogen naar de hemel op en keerde mijn verstand in mij terug. Ik prees de hoogste God, ik roemde en verheerlijkte de eeuwig Levende: zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij en zijn koningschap duurt van generatie tot generatie voort.
-
18. terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen. 19. Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken.
-
10. Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. 11. Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. 12. Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk.
-
6. Is dit niet het vasten dat ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken? 7. Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen? 8. Dan breekt je licht door als de dageraad, je zult voorspoedig herstellen. Je gerechtigheid gaat voor je uit, de majesteit van de HEER vormt je achterhoede. 9. Dan geeft de HEER antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zegt hij: ‘Hier ben ik.’ Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij, 10. wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur.
-
32. De groep mensen die het geloof had aanvaard, leefde eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.
-
5. Uw welwillendheid zij alle mensen bekend.
-
6. Toen zeiden die mannen: 'Met geen mogelijkheid zullen wij deze Daniël kunnen aanklagen, tenzij we iets zoeken dat verband houdt met de wet van zijn God.' 7.Daarop richtten de rijksbestuurders en satrapen zich tot de koning met een dringend verzoek: 'Koning Darius, leef in eeuwigheid! 8. Alle rijksbestuurders van het koninkrijk, stadhouders en satrapen, raadsheren en gouverneurs, zijn van mening dat er een koninklijk besluit moet worden uitgevaardigd waarin wordt vastgelegd dat eenieder die de komende dertig dagen een verzoek tot een god of een mens richt in plaats van tot u, majesteit, in de leeuwenkuil zal worden geworpen.
-
13. Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart.
-
4. Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.’ 5. Maar toen daalde de HEER af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. 6. Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal, dacht de HEER, en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik. 7. Laten wij naar hen toe gaan en spraakverwarring onder hen teweegbrengen, zodat ze elkaar niet meer verstaan. 8. De HEER verspreidde hen van daar over de hele aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt. 9. Zo komt het dat die stad Babel heet, want daar bracht de HEER verwarring in de taal die op de hele aarde gesproken werd, en van daar verspreidde hij de mensen over de hele aarde.
-
23. Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam hij een brood, 24. sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: 'Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.' 25. Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en hij zei: 'Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken.' 26. Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt.
-
3. Want Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen. 4. Zij zullen opkomen tussen het gras, als wilgen aan de waterstromen.
-
1. Voor alles wat er gebeurd is er een uur.
-
2. Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen, want dan zien we hem zoals hij is.
- Visa fler