Avsnitt
-
Bekend is dat het Mattheüs evangelie Jezus presenteert als de komende Koning. Zo begint het met een geslachtsregister dat Hem introduceert als de Zoon van David (1:1). Ook klinkt vele malen de oproep tot Israël: bezint u, want het Koninkrijk van de hemelen is nabij gekomen (3:2; 4:17).
Maar we vinden ook vele malen geïllustreerd en uitgesproken dat het Koninkrijk niet openbaar zou worden, maar verborgen. In Mattheüs 23 houdt Jezus een vurig betoog en spreekt Hij een zevenvoudig “wee” uit over de leidslieden van het volk en zegt hen een oordeel aan. Het zijn Zijn laatste woorden in het openbaar en de Heer trekt Zich terug met Zijn discipelen op de Olijfberg. Daar geeft Hij hen besloten kring onderwijs: de rede over de laatste dingen (Mattheüs 24 en 25).
In deze studie willen we het betoog van Jezus in het slot van Mattheüs 23 bezien. En wat is het bijzondere aan de locatie waar Hij zich terugtrekt met Zijn discipelen, de Olijfberg?
-
In Openbaring 5 is sprake van een verzegelde boekrol, die door niemand geopend kan worden. Uiteidelijk blijkt er slechts Één waardig te zijn om de boekrol te openen: de Leeuw uit de stam van Juda, anders gezegd: het Lam, dat staat als geslacht.
Ook hier vinden we, net als in het hele boek Openbaring, veel symboliek. Wat betekent dit allemaal en wat is de verzegelde boekrol waarover gesproken wordt? Dat moeten we verstaan als we hoofdstuk 6 lezen, waar de zegels geopend worden. In deze studie bespreken we Openbaring 5 vers voor vers.
-
Saknas det avsnitt?
-
Jozef is één van de bekendste figuren uit de bijbel. Zijn hele leven is profetisch en een vooruitwijzing naar de Heer Jezus Christus. De geschiedenissen van Jozef vangen aan in Genesis 37, waar Jozef wordt gestuurd naar zijn broers. Zijn broers haten hem vanwege de dromen die hij van God ontving en als zij hem zien aankomen, besluiten ze hem te doden.
Jozef wordt niet gedood, maar in een put gegooid en verkocht aan langs reizende handelaren. Om te verklaren dat Jozef niet terugkomt, verzinnen de broers een list, waardoor Jakob denkt dat zijn lievelingszoon dood is. Deze geschiedenis is een plaatje van de Heer Jezus, de geliefde Zoon van de Vader, die kwam tot het huis van Jakob, maar miskend werd en overgeleverd om gedood te worden. Via een weg van vernedering blijkt hij buiten het zicht van het huis van Jakob een verhoogde positie te hebben ontvangen.
-
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan is één van de meest bekende gedeelten uit de bijbel. Algemeen wordt gedacht dat het een oproep is tot naastenliefde en het dienen van de naaste. Wij zouden dan een voorbeeld moeten nemen aan de Samaritaan en anderen helpen.
Wat erg onbekend is, is dat deze gelijkenis een reactie van Jezus is op een tweetal vragen van een wetgeleerde. Met de gelijkenis beantwoord Jezus zijn vragen. De strekking van wat Jezus naar voren brengt, blijkt dan ook heel anders dan wat men er meestal over zegt. Om het dan ook met de woorden van Jezus zelf te zeggen: Hoe lees jij? (Luk.10:26).
-
In Handelingen 19 vinden we een geschiedenis waarin Paulus drie maanden vrijmoedig in de synagoge sprak over wat hij te vertellen had over het Koninkrijk van God. Dit leidt tot weerstand en ongeloof bij zijn Joodse toehoorders, waarop Paulus zich terugtrekt in de school van ene Tyrannus. Daar geeft hij onderwijs aan iedereen die het maar wilde horen, zowel Joden als Grieken.
Deze geschiedenis is een plaatje van wat in het boek Handelingen naar voren komt. Israël zou ongelovig blijven en redding werd naar de natiën gezonden.
-
In Johannes 12 beëindigt de Heer Zijn publieke optreden en trekt Zich met de zijnen terug, eerst in een opperzaal. In Johannes 13 worden er beschreven wat er in deze bovenzaal plaatsvindt. De Heer is daar met Zijn discipelen en wast hun voeten.
Hoewel Petrus wist dat de Heer zijn voeten waste, zou hij pas “na dezen” begrijpen wat de Heer deed. Deze geschiedenis heeft dan ook een diepe typologische betekenis en spreekt van het werk dat Christus nú doet aan de zijnen.
-
De gebeurtenissen die we vinden in Handelingen 2 op de Pinksterdag zijn erg bekend. Het feit dat Joodse pelgrims uit de hele wereld de discipelen hoorden spreken in hun eigen talen, is de aanleiding voor Petrus om een lange toespraak te houden. In dit betoog refereert Petrus aan diverse passages uit de Hebreeuwse bijbel, met voorzeggingen over de Messias en Zijn Koninkrijk.
In deze studie willen we de toespraak van Petrus eens bestuderen.
-
Er is geen brief waarin Paulus de geheimen die hem toevertrouwd waren, zo uitgebreid uiteenzet als in de Efeze brief. Aeonen en generaties lang waren deze verborgen gebleven, totdat de opgewekte Christus ze aan hem bekendmaakte.
In Efeze 5 spreekt Paulus zelfs van een groot geheim. Hij gaat hier in op de positie van man en vrouw en hoe man en vrouw een uitbeelding zijn van Christus en de ecclesia (>gemeente). Dan verwijst hij helemaal terug naar het begin van de bijbelse geschiedenis. In de geschiedenis van Adam en Eva worden Christus en de ecclesia al uitgebeeld. Een groot geheim dat Paulus mocht onthullen!
-
Als Paulus in zijn brieven het evangelie uiteenzet, gebruikt hij daarvoor meerdere keren Adam als type van Christus. Door Adam kwamen zonde en dood de mensenwereld binnen. Christus is de laatste Adam en door Hem zullen degenen die in Adam zondaren en stervelingen zijn geworden, onvergankelijk leven ontvangen.
Ook in wat wij kennen als “de zondeval” is Adam een voorbeeld van Christus. En daarover zegt Paulus: “Adam werd niet verleid, maar de vrouw is door misleiding in overtreding gekomen”. Adam is blijkbaar niet verleid: niet door de slang, maar ook niet door Eva. Waarom at hij dan en hoe is hij daarin een type van de laatste Adam?
-
Twee keer spreekt Paulus in zijn brieven over gezonde woorden, maar ook verschillende malen over verwante begrippen als gezonde leer en gezond in het geloof. Waar herkennen wij gezonde woorden aan en welke woorden zijn dan ongezond?
Net als bij ons lichaam een gezonde levensstijl en gezonde voeding van levensbelang is, zo is het in ons leven als gelovige van vitaal (!) belang om een patroon van gezonde woorden te hebben (2 Tim.1:13).
-
In het eerste hoofdstuk van de Filippenzen brief schrijft Paulus in zijn gevangenschap dat zijn gevangenschap allerminst een beperking is, maar dat zijn omstandigheden tot vooruitgang van het evangelie hebben geleid.
Ook spreekt hij over de onzekerheid van sterven of blijven leven, maar dat dit beide winst zou zijn. Paulus zegt echter in dit verband ook dat het zijn voorkeur heeft om op te breken en samen met Christus te zijn. Heeft hij het dan over zijn sterven, of over iets anders?
Uit heel de brief blijkt hoe Paulus zich schikte in alle omstandigheden, omdat hij wist dat in wat voor situatie hij ook zat, het zo door God beschikt was. En dus klinkt bij herhaling in deze brief de oproep: verheug je in de Heer!
-
Het boek Jozua beschrijft hoe het volk Israël onder leiding van Jozua het beloofde land inneemt. In Jozua 3 vinden we hoe het volk de Jordaan moet oversteken en dat God de wateren doet splijten en het volk een doortocht geeft over het droge, zoals hij dat eerder deed bij de Rode Zee.
Deze geschiedenis zit vol met details die een diepere betekenis hebben. De ark van het verbond gaat voorop, gedragen door de Levitische priesters en het volk Israël volgt op een afstand van 2000 ellen. Maar er wordt ook over gesproken dat de wateren stil bleven staan bij een stad, genaamd Adam. We vinden hier illustraties over Gods handelen met Christus, de ecclesia en Israël!
-
In Efeze 4 beschrijft Paulus dat God in de beginfase van de ecclesia, tot opbouw van het lichaam van Christus, een vijftal functies gaf, zoals apostelen en evangelisten. Het betrof de kinderlijke fase van de ecclesia, waarin de waarheden met betrekking tot Gods plan in deze tijd nog niet op Schrift waren gesteld.
Met gezag gaven de apostelen het woord door, totdat het woord van God voltooid zou zijn en de gelovigen door het woord volkomen toegerust zouden zijn (2 Tim.3:16-17). Iets soortgelijks verklaart Paulus in 1 Korinthe 13 met betrekking tot de geestelijke gaven. Zowel de functies als gaven zouden ophouden als ze hun functie vervuld hadden.
Deze functies en gaven zouden overbodig worden wanneer de fase van volwassenheid was bereikt. Dan zouden de gelovigen niet meer op en neer golven en heen en weer geslingerd worden door wind van leer, maar rotsvast kunnen staan op het complete woord van God. Dat is niet wanneer we bij de Heer zijn, maar hier op aarde, temidden van sluwheid en dwaling van mensen.
-
In 2 Korinthe 6 beschrijft Paulus een aantal zaken, die hem zijn overkomen in zijn bediening. Eerst noemt hij een aantal dingen die wij als negatief zouden duiden, vervolgens een aantal positieve zaken en tenslotte enkele tegenstellingen.
Allemaal dingen die hij had meegemaakt en omstandigheden waarin hij had verkeerd. Een opsomming die niet eens compleet is, zoals we zien als we daar nog andere Schriftgedeelten naast leggen, zoals 2 Kor.11:23-28.
In deze beschrijving zegt Paulus ook: “als bedroefd, maar altijd verheugd”. Blijkbaar kende Paulus toch blijdschap, ook al waren de omstandigheden daar geen aanleiding toe. Ware blijdschap is dan ook niet gebaseerd op omstandigheden, maar op dat wat werkelijk reden tot blijdschap geeft!
-
1 Korinthe 13 staat bekend om de lofzang op de liefde. Maar de plaatsing van het hoofdstuk en de reden waarom we het hoofdstuk juist dáár vinden, is minder bekend. 1 Korinthe 13 staat tussen twee hoofdstukken die handelen over de “geestelijke gaven”. Paulus verklaart in 1 Korinthe 13 dat de geestelijke gaven, zoals profetie en het spreken in tongen, zouden ophouden. Maar wanneer houden die op? Is dat straks als we bij de Heer zijn, zoals in sommige kringen wordt beweerd, of zouden ze al eerder stoppen?
Paulus geeft het antwoord in 1 Korinthe 13.
-
De geschiedenis in Johannes 4 van de Samaritaanse vrouw, is een bijzondere. Jezus had immers gezegd dat Hij slechts was gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israël (Matth.15:24). En toen Hij Zijn discipelen uitzond, gaf Hij hen opdracht om geen stad van de Samaritanen binnen te gaan (Matth.10:5).
Toch staat er in Joh.4:3-4 dat de Heer Judea verlaat en door Samaria moest gaan. De Heer verblijft hier twee dagen, er wordt niet gesproken over tekenen die Hij hier heeft gedaan, maar toch geloven velen in Hem als de Redder van de wereld! Het verblijf van Jezus in Samaria is in hoge mate typologisch en spreekt van de tussentijd waarin het Joodse volk terzijde staat en Christus zich bevindt onder de natiën.
-
In het Johannes evangelie vinden we zeven (> of acht) wonderen die Jezus verrichtte. De eerste vinden we in Johannes 2, het veranderen van water in wijn op de bruiloft in Kana. Daar staat bij vermeld dat dit het eerste teken was dat Hij deed. Het is dan ook een wonder met een diepere be-teken-is. In deze bijbelstudie zien we waar de bruiloft op de derde dag van spreekt. En valt er nog iets te zeggen over de twee dagen die aan de bruiloft vooraf gaan? Hoewel dit een betrekkelijk kort gedeelte is, staat het bol van de symboliek en diepere lagen.
-
We vinden in de bijbel, en met name in de evangeliën, vele genezingen beschreven. Verlamden, blinden, stommen, doven, enz. Deze genezingen zijn niet slechts wonderen, maar ook tekenen, met een betekenis. In deze studie willen we de genezing van de man met de dorre hand eens nader bezien. Deze man wordt door Jezus op een sabbat genezen. Waar spreekt het van?
-
In de evangeliën vinden we twee verschillende geschiedenissen die worden aangeduid met een wonderbare spijziging. De bekendste hiervan is die met de vijf broden en twee visjes. Uniek is dat deze geschiedenis in alle vier de evangelie beschrijvingen wordt vermeld.
In deze studie willen we de beschrijving zoals Johannes die geeft eens nader bezien. Dit blijkt niet zomaar een mooi verhaal of wonder te zijn, maar een teken met een betekenis.
En hoe zit het met de tweede wonderbare spijziging? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?
-
In 2 Koningen 11 (en 2 Kronieken 22 en 23) vinden we een bijzondere geschiedenis beschreven. Koningin Athalja moordt, nadat haar zoon koning Achazaja is overleden, het hele koningshuis van Juda uit om haar eigen dynastie te vestigen.
Maar Joseba, een zus van Achazja, neemt Joas, één van de zonen van Achazja, zodat hij ontkomt aan deze moordpartij. Ze verbergt Joas in de tempel. In het land regeert Athalja en het lijkt dan dat de stamboom van het huis van David aan wie God de beloften had gegeven dat uit zijn huis de Messias zou voortkomen, is afgesneden.
Maar in het zevende jaar komt Joas uit het heiligdom en wordt gepresenteerd als koning. Dit is een prachtige geschiedenis, maar nog mooier wordt het als we zien dat het een schitterend plaatje is van de toekomst, waarin de Zoon van David uit de hemel zal komen. Dood verondersteld door Israël blijkt Hij daar al die tijd verborgen te zijn. Israël zal zich verwonderen en juichen: de Koning leeft!
- Visa fler