Avsnitt
-
Een geniaal filosoof, maar ook een dubbelzinnig figuur, dat is het minste wat we van Aristoteles kunnen zeggen. Als onderzoeker, in de ware betekenis van het woord, was hij enorm veelzijdig. Naast het bestuderen van politieke stelsels, schreef hij een basiswerk over retoriek waarin hij niet alleen oog had voor de ‘logische’ overtuiging en de opbouw van argumenten, maar eveneens voor de psychologie en de rol van emoties van het individu en van de groep.
Daarnaast was hij ook zeer invloedrijk op vlak van natuurwetenschap. Onder meer verrichte hij veel werk voor wat we vandaag astronomie, meteorologie, en biologie noemen, domeinen die toen behoorden tot de filosofie – en dat op een hoogst originele, systematische en experimentele manier. Zo onderzocht hij de ontwikkeling van embryo’s bij kippen of wist hij hoe bepaalde vissoorten zich voortplanten. Deze observaties en de ruimte voor het contingente gaan Plato’s nadruk op vormen, wiskunde en axioma’s voorbij, maar vormen eveneens onderdeel van algemeen geldende uitspraken over de natuur. De natuur is intelligent en teleologisch gestructureerd, het leven streeft naar de invulling van dit doel.
Naast het geniale karakter als wetenschappelijk en systematisch observator, is hij eveneens een dubbelzinnig figuur, met name op vlak van zijn natuurwetenschappelijk wereldbeeld. Dit wereldbeeld, dat hij aan de ene kant als basis gebruikte voor ethische en politieke stellingen, was aan de andere kant doorspekt met vooroordelen: sommige (niet-Griekse, barbaarse) mensen waren van ‘nature’ minderwaardig en geboren als slaaf. Ook vrouwen moesten het ontgelden als natuurlijk ondergeschikte wezens aan de man, in feite als ‘mislukte’ mannen. Niet alleen zouden hun hersenen kleiner zijn, maar ze zouden evenzeer minder tanden hebben. Gek voor een filosoof die empirische vaststellingen deed…
Benjamin De Vos (1994) werkt sinds 2016 als assistent aan de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen van Ugent). Daarnaast bereidt hij een interdisciplinair doctorale thesis voor over de rol van waarheid en schijn, verbonden met de receptie van Platonisme en Sofistiek, in de enige filosofische, (joods-)christelijke roman uit de 3de-4de eeuw: de pseudo-Clementijnen.
-
De filosoof ibn Tufayl verdedigde in z’n eigen teksten een radicale ecologische visie. Hij stelt als ideaal om zoveel als mogelijk niet in de natuur in te grijpen, en gaat daarin ongewoon ver. We verkennen de reikwijdte, achtergronden en invloed van zijn standpunt. Hoe kwam dit ecologisch radicalisme in de islam terecht? En wat bracht het daar teweeg? Kan deze radicale kijk uit het twaalfde-eeuwse Marrakesh en Córdoba van betekenis zijn voor de huidige islam en z’n visie op klimaatverandering en omgang met milieuproblemen? En ruimer, kan de praxis die ibn Tufayl verdedigt onze omgang met de natuur opnieuw in een juistere koers brengen?
De filosoof ibn Tufayl is gekend doordat hij ibn Ruchd (Averroës) introduceerde bij de kalief van de Almohadendynastie, die in de 11e en 12e eeuw regeerde over het islamrijk in Noord-Afrika en Al-Andalus. Zo hebben we aan Tufayl indirect de Aristoteles-commentaren te danken die Averroës schreef op vraag van de kalief, en die een aardverschuiving teweegbrachten in de filosofiegeschiedenis.
Wim De Temmerman is docent filosofie bij de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Koninklijk Conservatorium. Van 2004 tot 2019 leidde hij KASK als decaan. Hij is bestuurder van diverse instituten voor hoger kunstonderwijs, en begeeft zich op het marktplein van sociale media en kranten met analyses van maatschappelijke tendensen. Zijn onderzoek en publicaties behelzen onder meer filosofie van natuur en landschap, filosofie van de kunsten, ethiek en filosofiegeschiedenis.
-
Saknas det avsnitt?
-
In Vuurduin gaat Eva Meijer een week naar Vlieland, op zoek naar wat verdwijnt. Het ecosysteem van de Wadden staat onder druk, maar er liggen ook delen van haar eigen geschiedenis op het eiland, stukken tijd die nooit meer terugkomen. Alles verdwijnt: familie, geliefden, huisdieren, gebeurtenissen. En de natuurlijke wereld laat ons zien dat dat erbij hoort – het is de stof waar we uit geweven zijn. Tegelijkertijd verdwijnt de levende wereld waarin dit alles ingebed is zelf in razende vaart: diersoorten sterven uit, ecosystemen gaan eraan, de permafrost smelt, onze winters worden herfst. Met behulp van schrijvers, filosofen, kunstenaars en hond Doris gaat Meijer op zoek naar de juiste woorden voor dit verlies, en voor wat we ertegenover kunnen zetten.
Deze activiteit was een eerste samenwerking van de Vlaamse initiatiefgroep Maand van de Filosofie.
Eva Meijer is schrijver en filosoof. Ze schreef negen boeken, haar werk is vertaald in zeventien talen. In 2021 schreef ze het essay voor de Maand van de Filosofie: Vuurduin. Aantekeningen bij een wereld die verdwijnt. Ook schrijft ze columns voor Trouw en doet ze onderzoek aan de universiteit van Amsterdam en die van Wageningen. Ze is ook kunstenaar en muzikant.
-
Wist je dat het begrip quarantaine, dat ons leven het laatste jaar beheerste, werd uitgevonden door de Perzische filosoof Ibn Sina (Avicenna) voor het bestrijden van pandemieën? En dat de vertalingen en commentaren van Ibn Rushd (Averroes) op het werk van Aristoteles, de weg hebben geplaveid voor de Europese Renaissance en de rationele filosofie? Tijdens een sofagesprek gaan Michiel Leezenberg en Khadija Al Mourabit in gesprek over de impact van islamitische filosoof-artsen op de westerse wetenschap en filosofie.
Khadija al Mourabit is van Marokkaanse afkomst en geboren en getogen in Amsterdam. Ze studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en specialiseerde zich in Logica. In het bijzonder de relatie tussen logica en metafysica in de hedendaagse analytische filosofie en verwante geschillen over de geldigheid van bepaalde logische en wiskundige wetten. Naast filosofie heeft zij ook een specialisatie Brein & Cognitie.
Michiel Leezenberg doceert filosofie aan de Universiteit van Amsterdam; in 2020-2021 verzorgde hij als visiting professor colleges Middeleeuwse en islamitische filosofie aan de Universiteit van Gent. Zijn onderzoek betreft de geschiedenis en filosofie van de geesteswetenschappen, de intellectuele geschiedenis van de islamitische wereld en de Koerdische kwestie. Van zijn hand verschenen onder meer Islamitische filosofie: een geschiedenis en De minaret van Bagdad: Seks en politiek in de islam.
Schrijver en theoloog Jonas Slaats modereerde het gesprek. Michiel Leezenberg steekt van wal met een reflectie over de term quarantaine.
-
Is de klimaatverandering in de eerste plaats een maatschappelijk probleem dat we enkel kunnen aanpakken als iedereen samenwerkt? Kan een individu zijn steentje bijdragen, of moet de klemtoon van het debat vooral liggen op de rol van overheden en internationale onderhandelingen? Is de verantwoordelijkheid voor het klimaatprobleem een en-en-verhaal ?
Aan de virtuele tafel zaten Lien Vandamme, Saïd Mohammadi, Wouter Peeters en Alma De Walsche. Lien Vandamme is beleidsmedewerker klimaat en natuurlijke rijkdommen bij 11.11.11.
Said Mohammadi was als milieuactivist actief in Iran. Om die reden moest hij het land ontvluchten. Nu is hij in België erkend als politiek vluchteling. Wouter Peeters is Docent Wereldethiek aan de Universiteit van Birmingham (UK). Zijn onderzoek focust op de ethiek van klimaatverandering en duurzaamheid, globale rechtvaardigheid en politieke filosofie. Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven. Alma werkt nu als freelance journaliste voor voor MO* Magazine en modereerde het debat.
-
Groene filosofie behoort tot een van de belangrijkste boeken van de in 2020 overleden Britse filosoof Roger Scruton. Dat ligt enerzijds aan het hoofdthema van het boek: weinig zaken zijn urgenter dan de vraag hoe we op een duurzamere manier zorg kunnen dragen voor de wereld waarin we leven. Anderzijds ligt dat aan de manier waarop Scruton deze vraag benadert. Scruton verbindt aan de zorg voor het milieu immers talloze aspecten die centraal staan in zijn conservatieve filosofie: de morele en maatschappelijke betekenis van schoonheid, een kritiek op consumentisme, de eerbied voor het verleden, het belang van gemeenschapsgevoel en verantwoordelijkheidszin, en bovenal: het primordiale belang van de notie van ‘oikofilie’: de liefde voor de plek die we thuis noemen. In deze lezing worden al deze aspecten van Scrutons kijk op mens, milieu en maatschappij toegelicht, om tot een beter begrip van Scrutons denken, het conservatisme als filosofische levenshouding en onze condition humaine te komen.
-
Keer op keer blijkt onze liefde voor de natuur erg voorwaardelijk. We houden van de natuur zolang die netjes in de pas loopt en aan onze verwachtingen voldoet. Eens ze zelf het initiatief neemt en onze plannen doorkruist, zijn we ze al snel liever kwijt dan rijk. Of zoals de Vlaamse natuurfilosoof Jan Desmet het ooit kernachtig verwoordde: ‘Iedereen houdt van de natuur, maar niemand van haar wildigheid’. Filosofe Bernice Bovenkerk, evolutiebioloog Joachim Mergeay en filosoof Maarten Goethals gingen in gesprek over de specifieke uitdagingen die gepaard gaan met de terugkeer van en het samenleven met ‘grote’ wilde dieren. Milieufilosoof Glenn Deliège modereerde het debat dat hij aftrapte met een kort essay.
-
Anders dan vaak gedacht pleitte Jean-Jacques Rousseau nooit voor een retour à la nature. De formule staat nergens in zijn oeuvre, maar werd al vroeg bedacht door zijn eerste bewonderaars, die ze gretig aan de meester toeschreven. Ze symboliseert zo één van de vele misverstanden die rond zijn werk gegroeid zijn.
Paul Pelckmans is emeritus hoogleraar Franse en Algemene Literatuur aan de Universiteit Antwerpen. Hij schreef o.a. Op wereldreis met Voltaire : Filosofen en Frankrijk in de 18de eeuw.
-
Zowel de opwarming van de aarde als de globale pandemie waarmee we nu worden geconfronteerd, vormen als het ware een ‘signaal van de natuur’, aldus sommige commentatoren.
Daarmee lijkt bedoeld te worden dat er een zeker evenwicht is verstoord in de omgang van de mensheid met haar natuurlijke omgeving en dat het steeds duidelijker wordt dat de gevolgen daarvan verstrekkend zijn.
Critici van dit standpunt betogen dat dit een metafysische of zelfs religieuze visie is – ‘de natuur’ heeft ons helemaal niets te vertellen – maar vanuit ecologisch, economisch – en sinds Covid-19 ook vanuit een medisch standpunt – kan misschien worden geargumenteerd dat onze geglobaliseerde economie en de logica van de bestaande machtsstructuren grondig herzien moeten worden om de mensheid voor rampen te behoeden. Een interdisciplinair panel buigt zich over de verschillende facetten van dit vraagstuk.