Avsnitt
-
Je gaat er niet dood aan maar vervelend is het wel als een brandnetel je te grazen neemt. Toch is het een bijzondere plant. Er zijn weinig mensen die hem niet kennen. Op de plek waar ze staan voelen veel vlinders en vogels zich thuis, hij heeft prachtige, kleine bloemetjes en je kunt hem eten en drinken. Wat wil je nog meer! De tjiftjaf bijvoorbeeld scharrelt er graag tussen rond en nestelt er graag. De vogel die z'n eigen naam zingt, maar Bart kwam erachter dat hij óók nog een andere, heel bekende, song op z'n repertoire heeft...
-
Laat Bart nou altijd mensen met een spinnenfobie gerustgesteld hebben met te zeggen dat Nederlandse spinnen nooit bijten. Is daar opeens de valse wolfspin! Geert vond er eens eentje in z'n boekenkast. De valse wolfspinnenbeet is vergelijkbaar met die van een bij. Maar Bart had wel een beetje gelijk want deze spin is geen Nederlandse spin. En dan is het nog maar een kleine stap naar het puttertje. Bart zag hem ooit wel in Frankrijk, maar nog nooit in Nederland. En dat is best raar, want het zijn er heel veel, het hele jaar door, ook in de stad! Maar waarom heet ie nou 'puttertje'?
-
Saknas det avsnitt?
-
De sijs is dus een echte vogel. Niet de stadse merknaam waarmee alle vogels konden worden aangeduid als 'sijsie' of 'drijfsijsie'. Dat is merkwaardig want de sijs is helemaal geen algemene vogel en zeker niet in de stad. Ook vroeger niet. De mus is veel bekender maar we hebben het niet over het 'mussie en het drijfmussie'. In de winter kan de sijs wel talrijk langstrekken richting het zuiden want 's zomers broedt ie in Scandinavië. Tussen de talrijke berken waar hij graag van eet. En laat die prachtige berk het andere onderwerp zijn van deze aflevering! De berk met de miljoenen irritante zaadjes maar ook met een zoet sap dat uit de bast gewonnen kan worden.
-
Vijf gram schoon aan de haak en acht centimeters lang. Dat is het formaat van de goudhaan. Oftewel één suikerklontje en de lengte van een bankpas. Het is het kleinste vogeltje dat je in Nederland kunt zien. Kijk vooral goed rond bij naaldbomen, coniferen etc. Of in groepjes mezen. Daar kun je hem, met z'n gele hanekam, nog wel eens zien. En een ander gevleugeld dier zul je vooral binnen aantreffen. Het fruitvliegje is een irritante bewoner van je fruitschaal. Hij is dol op een beetje gistend fruit. Of bier! Legt vele eieren in de schil van je appel. Smakelijk!
-
Hoewel het een tijdje slecht ging met de kerkuil, is ie weer helemaal terug. De terugdringing van het gebruik van pesticiden, heeft daar aan bijgedragen. De kerkuil is een cultuurvolger, of eigenlijk een muizenvolger, want ze broeden graag in de buurt van boerderijen. Plekken waar veel muizen rondlopen. Ook in de winter. En in de herfst zien we de vliegenzwam overal opkomen. De cliché-paddenstoel die in geen herfststukje mag ontbreken. Maar wisten we ook dat hij hallucinerende eigenschappen heeft?
-
Om maar meteen een misverstand uit de wereld te helpen. Spinnen zijn geen insecten! De kruisspin dus ook niet. Kasia stuurde een foto van deze spin die voor haar raam hing. Pas na twee jaar is de kruisspin volwassen. En dat volwassen leven van een mannetje bestaat uit het vinden van een vrouwtje. Met haar paren en vervolgens er als een speer vandoor gaan met gevaar voor eigen leven...
En nog een foto. Van een palm. De Chinese waaierpalm. Je ziet deze vrolijkerd steeds vaker in het stadsbeeld. Deze gast is winterhard en wordt zelfs in Zwitserland als invasieve soort gezien. Zoals bij ons de Japanse duizendknoop. Maar zo ver is het bij ons nog niet. -
Een luisteraar stuurde een foto op van twee, uit de gracht opgeviste scooters. Die zaten volgeplakt met een raar soort mossel. Het bleek de quaggamossel te zijn. Die slurpen met z'n allen in drie dagen het hele IJsselmeer op! (En spugen het ook weer uit. Gelukkig...)
Ook aandacht voor de boomvalk. Een luchtacrobaat die het vooral voorzien heeft op zwaluwen die hij op grote hoogte vangt. En voor de gezelligheid trekt hij met hen mee naar Afrika aan het eind van de zomer. -
Het is gek maar de kwak is een uiterst zeldzame vogel in Nederland maar in de stad weet ie zich in en rond dierentuinen goed te handhaven. In het wild komt hij wel eens in veenplassengebieden voor en trekt in de winter naar het zuiden. In de dierentuinen blijft ie in de winter en mag hij vrij in en uit vliegen. Een vrije uitloop kwak eigenlijk. En we hebben ook de vijg op het menu staan deze aflevering. Mét pitjes en zonder pitjes. Vijgen mét pitjes komen uit Zuid Europa. Vijgen zonder pitjes komen uit je tuin. Dat ze in Nederland ook in het wild voorkomen is een mooi verhaal van zwervende pitjes. Vrije uitloop vijgen dus eigenlijk.
-
Een zomerse aflevering met een vreemd insect dat opeens in Amsterdam opdook. Bleek meegelift met een boomkluit uit Frankrijk... de cicade. De Amstel leek opeens aan de Middellandse Zee te liggen! Maar die cicade leeft jarenlang als larf onder de grond, om vervolgens slechts enkele weken als volwassene bovengronds te leven. En een andere zomerse verschijning is de stokroos. "Het blije ei in de straat", volgens Bart. Het is ook een uitbundig bloeiend feestnummer in vele straten in de stad. Een omgeving waar hij zich beter voelt dan buiten de bebouwde kom.
-
Waarin blijkt dat de gewone dwergvleermuis een heel bijzonder beestje is en bijzonder klein. Hij past in een lucifersdoosje! En waarin Bart zich probeert voor te stellen hoe het eraan toegaat in de vleermuizenkraamkamer.
En het boomblauwtje komt ter sprake. De meest voorkomende vlinder van Nederland. Wisten we dat? Mieren verzorgen er kuddes rupsen van. -
De groene specht schijnt een algemene broedvogel te zijn waar het ook nog eens heel goed mee gaat. Maar Bart heeft hem nog nooit gezien. Heeft hem wel vaak in de verte horen lachen. Deze specht leeft voornamelijk van de wat grotere mieren die hij uit de grond haalt met zijn 10 cm lange tong. Waar laat hij die als hij aan het roffelen is?
En de klaproos is een plant waar veel meer verhalen over te vertellen zijn dan je denkt. Leden van deze papaverfamilie vindt je op je maanzaadbolletje én in bolletjesslikkers.... -
Wat een fantastisch beest is de mier toch eigenlijk, daar komt Bart achter in deze aflevering. Een mier is zo sterk als een mens die 40 kratten bier kan tillen en beschermt en melkt zijn kudde luizen. Maar ook onthullen wij de ultieme manier om van miern af te komen als ze te opdringerig worden. Verder in de aflevering de fascinerende ransuil. Kwetsbaar voor bosuil, strenge winters en een tekort aan veldmuizen...
-
De madelief, je kijkt er zo overheen. Maar kijk eens goed! Dan zie je veel meer. We kennen hem als klein bloemetje dat overal tussen het gras groeit; "Er is hier nauwelijks een vierkante kilometer te vinden waar hij niet te zien is", volgens Geert. Maar als je het gras niet maait, kan ie wel 20 cm groot worden. Fun fact: In 2023 is ie verkozen tot Nationale Bloem door het programma Vroege Vogels. En de roek komt deze aflevering ook voorbij vliegen. Een echte gezelligerd, behalve als je er naast woont....
-
Beleef die gedenkwaardige opname mee die Geert en Bart live in het Amsterdamse Oosterpark maakten op 4 juni 2023! Het park zat vol met zonaanbidders en Vos & Lommer-fans. Geert vertelt eerst iets over de ontstaansgeschiedenis van dit park en waarom er wél egels in rondlopen, maar géén mollen. De grote neef van de schreeuwlelijk halsbandparkiet is de grote Alexanderparkiet. Hij is inderdaad veel groter en maakt een wat zwaarder, schor klinkend geluid. En tot slot aandacht voor de roodwangschildpadden die lagen te zonnen op een ongevallen boomstam bij de vijver. En waarom ze hier uiteindelijk kinderloos zullen sterven ...
-
Bart vind de liguster een nostalgisch aandoende struik. Want vroeger werd die heel veel als heg, als tuinafscheiding gebruikt. Nu zie je vaak beukenhaag, taxus of laurier. Maar wat ruikt die liguster lekker als je hem laat groeien! Gewoon als struik, niet als heg.
En dan nog de koekoek. Wat een spectaculaire vogel is dat! Huiveringwekkend precies in het uitkienen van een 'gast'-nest om snel een ei te leggen. In huiveringwekkende precisie slechts geëvenaard door het kuiken dat uit dat ei gekropen komt.... -
Het woord 'wants' roept vervelende associaties op: bedwants, muurwants... Maar de vuurwants is een fijne tuingenoot. Bijt alleen in afgevallen bladeren en luizen. En heeft een fenomenaal mooie tekening op de rug. Hij lijkt wel een historisch schild van het Afrikaanse continent.
En we eindigen deze aflevering met een rasoptimist. De kleine karekiet. Want een vogel die in het voorjaar vanuit het zuiden van de Sahara naar Nederland vliegt om hier in het riet een nest te bouwen en vier eieren te leggen die er door een koekoeksjong uitgemieterd worden waarna het, zittend op de kop van dit jong, deze indringer bijvoert tot het volwassen is om dan blijgemoed in het najaar weer zuidwaarts te trekken; dat noem ik een optimist. -
De glimworm of de vuurvlieg, het is geen worm én geen vlieg. Wat is het dan wel? Een insect dat gedijt bij duister, dus dat het lastig heeft in de stad. Maar in grote donkere parken wel opgloeit in het voorjaar. En de veenmol is óók geen mol, maar een insect dat gedijt tussen de planten van je moestuintje. Maar of jij daar blij van wordt? De echte mol wel in ieder geval!
-
Een irritante vechtjas, zo wordt er wel gekeken naar de nijlgans. En inderdaad, het verdedigen van nest en territoir zit diep in de aard van deze schoonheid. Het is een echte stadsbewoner die zich met zijn geluid ook niet echt populair maakt. Maar in deze afleveringen ook kersenplukken in de stad. Let voortaan op de boskriek! In tegenstelling tot wat z'n naam doet vermoeden, ook een echte -en lekkere!-stadsboom.
-
De gewone pad... wat heet 'gewoon'. Een dier dat ieder voorjaar weer naar zijn geboortegrond terugkeert om er jonkies te maken. Een tocht die door het autoverkeer fataal kan aflopen. Maar daar hebben we iets op gevonden. Een dier ook met een huid die als drugslab werkt. Het likken aan een pad kan daardoor hallucinatoire gevolgen krijgen. Probeert dit niet!
En verderop praten we over de sperwer. De roofvogel die de mussen-populatie in de steden heeft uitgedund. Maar er ook voor gezorgd heeft dat de overgebleven mussen een stuk alerter zijn geworden! -
De koolmees. Daar zijn er heel veel van. En ze zijn vertrouwd met mensen. Hang een nestkast op en dan moet het raar lopen wil er géén koolmees in gaan broeden (wel zorgen dat de ingang niet kleiner is dan de omtrek van een €2 munt). En luister naar het spannende verhaal over de koolmees als horror-vogel...
Ook de doodgravers komen ter sprake. Die kleine grote opruimers van dode beesten in de natuur. Zij zorgen ervoor dat de kadavers van b.v. koolmezen langzaam in de grond zakken en tot een feestmaal worden voor hun kroost.... - Visa fler